We zagen en hoorden het weer deze week: het ging vaak over leiderschap. De vaak geplaagde leider, Jan Peter Balkenende probeerde weer eens waar hij erg matig in is. Leiderschap tonen, door schijnbaar zelfverzekerd uit te pakken richting een commissie die hij zelf had ingesteld. De inhoud doet er verder even niet toe.
Onze minister-president is een aardige, intelligente , soms zelfs gevatte man. In tijden van nood, en dat kon je toch wel zo noemen toen Jaap de Hoop Scheffer de politiek leider was van het CDA, nam hij het roer tot veler verrassing over. Hij was de nieuwe leider. Toe maar. En soms ging het goed als er een beroep kon worden gedaan op kwaliteiten als betrouwbaarheid, bescheidenheid, ongecompliceerdheid. Een beetje eenvoudige jongen van het platteland, ook nog eens calvinist en soms kan je dat maar beter hebben.
You see what you get.
Ik had erg met hem te doen deze week. Er werd een beroep gedaan op iets wat hij helemaal niet kan: een beetje handigheid, een beetje je verlies nemen, op tijd bij voorkeur, goed inschatten hoe de hazen, die jij niet hebt uitgekozen, mevrouw Hamer bijvoorbeeld, in paniek rondlopen bij het aanschouwen van komende grote nederlagen. Maar onze premier gaat recht staan, heeft wat flinke teksten, glijdt uit over elke opzichtig aanwezige bananenschil en zegt als toetje van deze week dat er niets aan de hand was, alles onder controle.
Waarom ga je niet doen waar je goed in bent Jan Peter, denk ik dan. Macht, status? Ik kan het me bij de man niet voorstellen. Verantwoordelijkheidsgevoel, niet aanvoelen dat gelijk krijgen soms belangrijker is dan gelijk hebben, niet inzien dat anderen niet je sterke kanten waarderen omdat ze sterk zijn en je zwaktes gebruiken om er beter van te worden.
Jezelf zijn is soms ook inzien dat je iets niet kan.